WARM WELKOM OP MIJN WEBLOG!
Wat leuk dat je de weg naar mijn weblog hebt gevonden! Op mijn weblog vind je de seizoentafel- en knuffelpopjes, de kabouters en de engelen die ik in mijn poppenatelier maak. Ook vind je hier een pagina 'Handwerken op de basisschool', waar leerkrachten een lesplan voor handwerken in groep 1 tot en met 8 kunnen vinden.
zondag 31 mei 2009
Zonnekind in de maak!
Hieronder zie je alvast een foto van mijn tweede zonnekindpop. Deze wordt voor mijn dochter Denise, die er graag bruine haartjes op wil.
zondag 24 mei 2009
vrijdag 22 mei 2009
Zakpopje Purple (8,50 euro, incl. koffertje)
Dit is mijn eerste zakpopje, Purple, genaaid van paars flanel. Heerlijk zacht en knuffelig! De haartjes heb ik nog op de 'ouderwetse' manier gemaakt, dus niet met een pruikje. Veel werk, pijnlijke vingers, maar wel authentiek, vind ik. Toch vind ik het resultaat met een pruikje mooier...

Is ze niet snoezig in haar koffertje?

Is ze niet snoezig in haar koffertje?
woensdag 20 mei 2009
Lentebloemen
Deze popjes heb ik gemaakt voor de lentetafel in mijn kleuterklas. Samen met Moeder Aarde kondigen ze daar het vroege voorjaar aan. Het Sneeuwklokje is een patroon van Hompeltje en Pompeltje, de Tulp en de Narcis heb ik daarna zelf bedacht.

zondag 17 mei 2009
Mijn eerste zonnekindpop! (niet te koop)
zaterdag 9 mei 2009
Rose en Sea (Poppenatelier Barbara)
Koning Winter
Patronen en beschrijvingen
Lentefee

Maak een poppenhoofdje van 12 cm met oog- en kinlijn. Laat het tricot onder het lijfje lang uitsteken, dit wordt straks het lijfje. Zoom twee stukjes zijde, van 45x45 cm en 38x38 cm. Vouw ieder lapje in vieren en knip een klein rond gaatje in het midden door het dichte hoekje af te knippen. Vouw de zijde weer open en leg de lappen op elkaar: de punten van het bovenste, kleinste lapje op het midden van de rechte kanten van het grootste lapje. Rijg de hals, steek het hoofd erdoor en trek de draad aan. Vul het lijfje met wol, stop op het laatst een knikker erin en naai de onderkant dicht. Nu blijft de fee mooi hangen. Maak haren en kleur het gezichtje in met potlood. Breng eventueel nog bloemetjes of andere versieringen aan. (Bron: 'De Seizoenentafel', M. van Leeuwen-Zier en J. Moeskops-Groenewoud)
Gehaakt kipje

Haak (met haaknaald nr. 3) 3 lossen tot een ring. Haak hierop 5 vasten. Haak nu in iedere vaste twee vasten en haak door tot er 20 vasten zijn. Haak dan in elke vaste 1 vaste (dus 1 keer de kring rond). Haak nu 2 vasten in elk van de volgende 4 vasten en 1 vaste in de vijfde vaste. Herhaal dit 3 keer (36 vasten). Haak hierop vasten tot een hoogte van 12 toeren gerekend vanuit het midden. Haak voor de hals over 12 vasten door in het rond, dat wil zeggen oversteken en niet omkeren. De hals wordt 5 toeren hoog. Haak hierna steeds 2 vasten samen tot er geen steek meer over is.
Vul de kip met wol en naai de rug dicht. Haak voor de vleugels 4 lossen en daarop 3 vasten. Nu niet keren maar verder haken langs de onderkant van het werk, 1 vaste in de begin-losse en drie vasten in de andere kant van de lossen. Haak vervolgens nog twee keer rond, meerder aan de korte kanten, zodat de vleugel plat blijft. Haak de tweede vleugel op dezelfde wijze. Zet beide vleugels met twee steekjes aan de voorkant vast aan de zijkanten van het lijf van de kip. Maak de ogen met knoopjessteken. Knip van het vilt een snavel, een kam en twee lellen en naai ze op de juiste plaats. (Bron: 'De Seizoenentafel', M. van Leeuwen-Zier en J. Moeskops-Groenewoud)
Gebreid kuikentje

Zet 20 steken op (breinaalden nr. 3) en brei recht. Brei na de derde toer telkens van elke toer de eerste twee steken samen. Doe dit tot er vier steken over zijn. Kant af en naai de schuine kanten op elkaar. Vul het kuiken met vulwol en naai de onderkant dicht (als je de onderkant open laat, kan er een eitje in ...). Het kuiken krijgt oogjes en een snavel van vilt. (Bron: 'De Seizoenentafel', M. van Leeuwen-Zier en J. Moeskops-Groenewoud)
Gehaakt wortelkindje

Haak 3 lossen, sluit tot een rondje en haak hierop 5 vasten. Haak de volgende toer 8 vasten en meerder zo bij elke toer 3 vasten tot een wortelvormig zakje van ca. 5 cm lang ontstaat. Haak dan in heen- en teruggaande toeren over tweederde van het aantal vasten, tot een lengte van in totaal 7 cm. Sluit tot een rondje, haak weer rond en minder snel alle steken tot het hoofdje gesloten is. Vul het wortelkindje op met wol. Dek de vulwol in de opening af met een lapje tricot. Naai met naaigaren de mohairwol in lussen om het gezicht. Maak telkens een steek in de gehaakte rand en in het tricotgezichtje.* Het lapje komt daarbij gelijk vast te zitten. Teken het gezichtje met potlood. (Bron: 'De Seizoenentafel', M. van Leeuwen-Zier en J. Moeskops-Groenewoud)
* Ik heb dit zelf anders gedaan. Ik heb een hoofdje van 5 cm gemaakt en dit in de opening geplaatst. De haartjes heb ik op het hoofdje geborduurd. Daarna heb ik het hoofdje rondom vastgezet in de opening. Het mutsje heb ik niet geminderd, maar recht gelaten en op elkaar genaaid, zodat een soort kaboutermutsje ontstaat.
Maak een poppenhoofdje van 12 cm met oog- en kinlijn. Laat het tricot onder het lijfje lang uitsteken, dit wordt straks het lijfje. Zoom twee stukjes zijde, van 45x45 cm en 38x38 cm. Vouw ieder lapje in vieren en knip een klein rond gaatje in het midden door het dichte hoekje af te knippen. Vouw de zijde weer open en leg de lappen op elkaar: de punten van het bovenste, kleinste lapje op het midden van de rechte kanten van het grootste lapje. Rijg de hals, steek het hoofd erdoor en trek de draad aan. Vul het lijfje met wol, stop op het laatst een knikker erin en naai de onderkant dicht. Nu blijft de fee mooi hangen. Maak haren en kleur het gezichtje in met potlood. Breng eventueel nog bloemetjes of andere versieringen aan. (Bron: 'De Seizoenentafel', M. van Leeuwen-Zier en J. Moeskops-Groenewoud)
Gehaakt kipje
Haak (met haaknaald nr. 3) 3 lossen tot een ring. Haak hierop 5 vasten. Haak nu in iedere vaste twee vasten en haak door tot er 20 vasten zijn. Haak dan in elke vaste 1 vaste (dus 1 keer de kring rond). Haak nu 2 vasten in elk van de volgende 4 vasten en 1 vaste in de vijfde vaste. Herhaal dit 3 keer (36 vasten). Haak hierop vasten tot een hoogte van 12 toeren gerekend vanuit het midden. Haak voor de hals over 12 vasten door in het rond, dat wil zeggen oversteken en niet omkeren. De hals wordt 5 toeren hoog. Haak hierna steeds 2 vasten samen tot er geen steek meer over is.
Vul de kip met wol en naai de rug dicht. Haak voor de vleugels 4 lossen en daarop 3 vasten. Nu niet keren maar verder haken langs de onderkant van het werk, 1 vaste in de begin-losse en drie vasten in de andere kant van de lossen. Haak vervolgens nog twee keer rond, meerder aan de korte kanten, zodat de vleugel plat blijft. Haak de tweede vleugel op dezelfde wijze. Zet beide vleugels met twee steekjes aan de voorkant vast aan de zijkanten van het lijf van de kip. Maak de ogen met knoopjessteken. Knip van het vilt een snavel, een kam en twee lellen en naai ze op de juiste plaats. (Bron: 'De Seizoenentafel', M. van Leeuwen-Zier en J. Moeskops-Groenewoud)
Gebreid kuikentje
Zet 20 steken op (breinaalden nr. 3) en brei recht. Brei na de derde toer telkens van elke toer de eerste twee steken samen. Doe dit tot er vier steken over zijn. Kant af en naai de schuine kanten op elkaar. Vul het kuiken met vulwol en naai de onderkant dicht (als je de onderkant open laat, kan er een eitje in ...). Het kuiken krijgt oogjes en een snavel van vilt. (Bron: 'De Seizoenentafel', M. van Leeuwen-Zier en J. Moeskops-Groenewoud)
Gehaakt wortelkindje
Haak 3 lossen, sluit tot een rondje en haak hierop 5 vasten. Haak de volgende toer 8 vasten en meerder zo bij elke toer 3 vasten tot een wortelvormig zakje van ca. 5 cm lang ontstaat. Haak dan in heen- en teruggaande toeren over tweederde van het aantal vasten, tot een lengte van in totaal 7 cm. Sluit tot een rondje, haak weer rond en minder snel alle steken tot het hoofdje gesloten is. Vul het wortelkindje op met wol. Dek de vulwol in de opening af met een lapje tricot. Naai met naaigaren de mohairwol in lussen om het gezicht. Maak telkens een steek in de gehaakte rand en in het tricotgezichtje.* Het lapje komt daarbij gelijk vast te zitten. Teken het gezichtje met potlood. (Bron: 'De Seizoenentafel', M. van Leeuwen-Zier en J. Moeskops-Groenewoud)
* Ik heb dit zelf anders gedaan. Ik heb een hoofdje van 5 cm gemaakt en dit in de opening geplaatst. De haartjes heb ik op het hoofdje geborduurd. Daarna heb ik het hoofdje rondom vastgezet in de opening. Het mutsje heb ik niet geminderd, maar recht gelaten en op elkaar genaaid, zodat een soort kaboutermutsje ontstaat.
Abonneren op:
Reacties (Atom)